Kandy Lake

Kandy Lake Kandy Lake Kandy Lake

Kandy Lake, also known as Kiri Muhuda or the Sea of Milk, is an artificial lake in the heart of the hill city of Kandy, Sri Lanka, built in 1807 by King Sri Wickrama Rajasinghe next to the Temple of the Tooth. Over the years, it was reduced in size. It is a protected lake, with fishing banned. There are many legends and folklore regarding the lake. One such is that the small island at its center was used by the king’s helm for bathing and was connected to the palace by secret tunnel.

The lake in front of the Temple of the Tooth was formerly a stretch of paddy fields known as Tigolwela. It was converted to a lake by King Sri Wickrama Rajasinha in 1807. As there had been a pond named Kiri-muhuda (a "sea of milk") in the middle of the Tigolwela, the lake constructed subsequently too was named Kiri-muhuda. Deveda Moolacharya is considered the architect of the Kandy Lake. The king first built a dam across the paddy fields, starting from the Paththirippuwa (octagon) side, where the steps leading into the lake by the Mahamaluwa (Esplanade) are still visible, stretching across to the Poya-maluwa. The dam, upon which a roadway was constructed, allowed the king to go across to the Malwatte Vihare. According to D’Oyley, the dam was constructed between 1810–1812.

There are numerous local legends and folklore regarding the lake. One such is that the small island at its center was used by the king's harem for bathing and was connected to the palace by a secret tunnel.

【LK94009839: Text by Lakpura™. Images by Google, copyright(s) reserved by original authors.】

Over het district Kandy

Het district Kandy ligt in de centrale provincie van Sri Lanka. Kandy, een van de zeven werelderfgoedlocaties in Sri Lanka, was ooit de thuisbasis van de Kandyaanse koningen van weleer in de 16e eeuw en een bron voor alle muziek, kunst, ambachten en cultuur in het land. Kandy ligt op ongeveer 129 km van Colombo en is genesteld in een heuvelachtig terrein en alle ogen worden getrokken naar het centrum van de stad, waar het Kandy-meer een charmant kenmerk vormt. Kandy behoudt een grote religieuze betekenis voor Sri Lanka, omdat in deze charmante stad de Dalada Maligawa of "Tempel van de Tand" zich bevindt, waarin de heilige tand van Boeddha goed bewaard wordt. De Koninklijke Botanische Tuin, Peradeniya, ligt ongeveer 5 km ten westen van het stadscentrum in Peradeniya en wordt jaarlijks door 1,2 miljoen mensen bezocht. Het is de grootste botanische tuin op het eiland. De Udawatta Kele (Udawatta-bos) is een beschermd heiligdom in het hart van de stad, net ten noorden van de Tempel van de Tand. Kandy is een stad met een Sinhalese meerderheid; er zijn aanzienlijke gemeenschappen die behoren tot andere etnische groepen, zoals Moren en Tamils. Kandy is, na Colombo, het centrum van de Sri Lankaanse economie. Veel grote bedrijven hebben grote vestigingen in Kandy en veel industrieën, waaronder textiel, meubels, informatietechnologie en sieraden, zijn hier te vinden. Veel landbouwonderzoekscentra bevinden zich in de stad. Het is tevens een bron van alle muziek, kunst, ambachten en cultuur van het land. Op ongeveer 129 km van Colombo ligt Kandy verscholen in een heuvelachtig gebied en alle ogen worden getrokken naar het centrum van de stad, waar het Kandymeer een charmant kenmerk vormt. Kandy heeft een grote religieuze betekenis voor Sri Lanka, omdat in deze charmante stad de Dalada Maligawa, oftewel Tempel van de Tand, is gevestigd, waar de heilige tand van Boeddha goed bewaard wordt.

Over de Centrale Provincie

De Centrale Provincie van Sri Lanka bestaat voornamelijk uit bergachtig terrein. De provincie heeft een oppervlakte van 5.674 km² en een bevolking van 2.421.148. Enkele belangrijke steden zijn Kandy, Gampola (24.730), Nuwara Eliya en Bandarawela. De bevolking is een mix van Singalezen, Tamils ​​en Moren. Zowel de heuvelhoofdstad Kandy als de stad Nuwara Eliya, evenals Sri Pada, liggen in de Centrale Provincie. De provincie produceert een groot deel van de beroemde Ceylonthee, die in de jaren 1860 door de Britten werd geplant nadat een verwoestende ziekte alle koffieplantages in de provincie had vernietigd. De Centrale Provincie trekt veel toeristen, met heuvelstadjes zoals Kandy, Gampola, Hatton en Nuwara Eliya. De Tempeltand, of Dalada Maligawa, is de belangrijkste heilige plaats in de provincie Centrel. Het klimaat is koel en veel gebieden boven de 1500 meter hoogte hebben vaak koude nachten. De westelijke hellingen zijn erg nat, met op sommige plaatsen bijna 7000 mm regen per jaar. De oostelijke hellingen behoren tot de middeldroge zone, omdat ze alleen regen ontvangen van de noordoostelijke moesson. De temperaturen variëren van 24 °C in Kandy tot slechts 16 °C in Nuwara Eliya, dat 1889 m boven zeeniveau ligt. De hoogste bergen van Sri Lanka liggen in de Centrale Provincie. Het terrein is overwegend bergachtig, met diepe valleien die het doorsnijden. De twee belangrijkste berggebieden zijn het Centraal Massief en het Knuckles-gebergte ten oosten van Kandy.